Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. De leeftijd waarop borstkanker vastgesteld wordt is gemiddeld 61 jaar. In 2013 werd bij meer dan 14.000 vrouwen in Nederland de diagnose borstkanker gesteld. Er overleden meer dan 3.000 vrouwen ten gevolge van borstkanker.
De kans om in de loop van het leven de diagnose ‘borstkanker’ te krijgen was voor een vrouw in 1989 één op tien; onderzoek uit 2008 wees uit dat die kans in 2003 was gestegen tot één op zeven. De kans om de diagnose ‘borstkanker’ te krijgen neemt nog steeds toe.
Sinds 2009 is er sprake van een dalende opkomst bij het bevolkingsonderzoek borstkanker in de stedelijke gebieden. Ook in 2014 was de opkomst minder dan in niet-stedelijke gebieden.
Bevolkingsonderzoek borstkanker
Het bevolkingsonderzoek borstkanker werd in Nederland in 1989 ingevoerd, ruim 25 jaar geleden. Tot 1998 werd de doelgroep van vrouwen tussen de 50 en 70 jaar gescreend. In 1998 is de leeftijdsgrens opgeschoven naar 75 jaar. Inmiddels zijn er in Nederland ruim 15 miljoen vrouwen gescreend. In totaal is bij deze screening bij ruim 78.000 vrouwen borstkanker ontdekt. Het bevolkingsonderzoek voorkomt jaarlijks zo’n 775 sterftegevallen ten gevolge van borstkanker.
In 2000 werden voor het eerst meer dan 1 miljoen vrouwen uitgenodigd. Het aantal liep daarna en in 2012 is het aantal zelfs gestegen tot 1.266.559 uitnodigingen. Het aantal vrouwen dat deelnam aan het bevolkingsonderzoek steeg van 1990 tot 1998, maar liep terug toen de leeftijd in 2000 werd verhoogd. Van 2003 tot 2007 liep het aantal weer op, maar sinds 2008 is er weer sprake van een daling in de opkomst van zo’n 0,5% per jaar.
Mogelijke oorzaken
In 2013 werd er gekeken naar de opkomst in Rotterdam en Capelle aan den IJssel. Hierdoor werd duidelijk dat de opkomst in de grote stad (en bepaalde wijken) duidelijk minder is dan in niet stedelijke gebieden. Ook was er een duidelijk verband zichtbaar tussen het percentage van opkomst en het aantal allochtone vrouwen dat in de wijken woont.
In 2009 werd onderzocht wat de redenen van vrouwen van Marokkaanse en Turkse afkomst zijn om wel of niet deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek (Hartman, van den Muijsenbergh & Harneveld 2009).
De volgende factoren blijken een rol te spelen:
- gebrek aan kennis over kanker en de screening
- gebrek aan kennis en bewustzijn over het belang van preventie
- gebrekkige beheersing van het Nederlands
- schaamte en taboe rond kanker en intiem onderzoek
- organisatorische problemen om naar de screening toe te gaan